Tao voor kinderen


Het vrede en vreugde boek

Waar komen de sterren vandaan? En de zon en de maan?
Waar komen de mensen vandaan? De kippen en de haan?
En de vogels, de vissen, de olifanten, de planten?
Stenen en tenen, water en later, vroeger en het licht?
Hoe is het gekomen, zijn het soms dromen, is dit een gedicht?

Ja, we kunnen erover praten, maar nooit over alles samen.

Want de hemel en de aarde, dat is echt veel!
De regen en de wind en de blauwe lucht
een vlucht vogels en alle kinderen en alle huizen en de kerk.
En alle mensen naar hun dagelijks werk.
O jee, dat is veel meer dan je kunt zien.
Alles, meer dan je kunt bedenken, meer dan wij weten.
Veel meer dan je kunt vergeten.
Voor echt alles, daar zijn echt geen woorden voor.
Het is alle moeders tegelijk, het is oneindig rijk.
Alles bij elkaar, dat kun je Tao noemen, of het grote geheel.

Een appel heeft een buitenkant en een binnenkant.
De schil, de buitenkant, die zie je meteen.
Daar kijk je niet doorheen, dus de pit, die kun je niet zien.
En in die pit zit een hele nieuwe appelboom verstopt.
De schil en de pit en de appel, ze horen bij elkaar.
Het is een heel mooi geheel, net een wonder, helemaal klaar.
En in de pit zit later weer een pit, en daarin zit weer een pit.
Dat gaat maar door, het is een wonder, heel bijzonder, dit.



Zomaar

Hoe oud zijn de zon en de sterren?
Hoe oud zijn de aarde en de maan?
Heel oud.
En weet je waarom?
Ze draaien om elkaar en zijn er gewoon.
Zomaar.

Als je de eerste wilt zijn, verlies je gemakkelijk.
Als je de laatste bent, heb je niets meer te verliezen.
Zomaar je broertje helpen, of je zusje, of wie je wilt.
Dat kan ook.

Als je je knuffelbeer weggeeft om iemand te troosten,
wat gebeurt er dan?
Je vindt vast wel een andere knuffel,
als je zin hebt in knuffelen.



Bron: Tekens van leven